Naar de inhoud
Banner

De Bode Arnhem: "De Bloeddorstige Waarheid achter het Standbeeld van Van Heutsz in Bronbeek"

Inzending29 september 2023

ROOD Arnhem

Dit artikel is een ingezonden opiniestuk. De opvattingen zijn daarmee geen officiële standpunten van ROOD en sluiten niet noodzakelijkerwijs aan op de meningen van al onze leden. Leden kunnen opiniestukken indienen door een conceptversie te sturen naar de redactie via redactie@roodjongeren.nl.

Dit artikel is gepubliceerd in de september editie van De Bode Arnhem. Wil je meer lezen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Wie over de Velperweg tussen Arnhem en Velp rijdt, komt langs het militair Museum Bronbeek. Dit museum en kenniscentrum over het koloniaal-militaire verleden van het Koninkrijk der Nederlanden heeft, naast een groot aantal relikwieën in het gebouw, een gevarieerde beeldentuin vol herdenkingsmonumenten en standbeelden. Hoewel je zou denken dat zo'n museum in het huidige tijdperk van dekolonisatie zijn verantwoordelijkheid zou nemen en ambivalent zou staan tegenover Nederlandse historische figuren die een dubieuze rol hebben gespeeld in ons koloniale verleden, trekt het museum daar niks van aan. Sterker nog, langs het hek, vol in het zicht van passerende wandelaars, ziet men een standbeeld van generaal Jo van Heutsz, heldhaftig voor een prachtig veld met keurig verzorgde bloemen.

Van Heutsz is geen onomstreden figuur binnen de canon van de vaderlandse geschiedenis. Zijn militaire carrière voor het Koninkrijk der Nederlanden omvatte rollen als gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en militair en civiel gouverneur van Atjeh, een van de grootste provincies van het huidige Indonesië, gelegen op het eiland Sumatra.

In dit gebied was Van Heutsz direct en indirect verantwoordelijk voor vele doden. In de zogeheten Atjehoorlog was hij in meerdere rangen deelnemer. De sultan en de lokale bevolking van Atjeh wilden zich niet aan de macht van de Nederlandse kolonisten overgeven. Van Heutsz gaf het bevel om het verzet te breken en onder zijn leiding werden naar schatting honderdduizend mensen gedood, waaronder veel vrouwen en kinderen. Het gaf hem de niet zo vleiende bijnaam “de slager van Atjeh”. Het was Van Heutsz die geloofde dat alleen een puur militaire interventie mogelijk was om dit gebied te veroveren en de inheemse bevolking te onderwerpen.

Dat Van Heutsz ondanks zijn bloedvergieten nog steeds als held wordt gepresenteerd in de beeldentuin van Bronbeek bewijst dat het museum de geschiedenis alleen door een koloniale bril bekijkt. Bronbeek zou zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en een neutralere kijk op de geschiedenis moeten presenteren en niet meegaan in het witte kolonialisme van Nederland.