1 oktober 2022
Joshua Mats van ObbergenDit artikel is een ingezonden opiniestuk. De opvattingen zijn daarmee geen officiële standpunten van ROOD en sluiten niet noodzakelijkerwijs aan op de meningen van al onze leden. Leden kunnen opiniestukken indienen door een conceptversie te sturen naar de redactie via redactie@roodjongeren.nl.
Met dit artikel hoop ik de lezer een introductie te geven over het socialisme. Als marxist leg ik de nadruk op het wetenschappelijke socialisme. Concepten heb ik alsnog zo generiek mogelijk geprobeerd te beschrijven, om rekening te houden met de vele verschillende stromingen binnen het socialisme en het marxisme. Aanvullingen en correcties ontvang ik echter graag.
1. Het wetenschappelijke socialisme
1.1 Wat is het kapitalisme?
Het kapitalisme is een sociaal en economisch systeem waarin productiemiddelen - zoals land, fabrieken, gebouwen en machines - het particuliere eigendom van kapitalisten zijn. In het kapitalisme is geld in staat om meer geld te maken. Zo kan geld geïnvesteerd worden in het aanschaffen van productiemiddelen, zowel direct als via aandelen. Marx beschreef dit fenomeen met de formule G-W-G’ (geld - waar - nieuwe hoeveelheid geld). Dit staat in contrast met W-W, waarin ruil plaatsvindt zonder investeringsmogelijkheid.
Kenmerkend aan het kapitalisme is de concurrentie tussen kapitalisten om zoveel mogelijk kapitaal te verzamelen. Namelijk het maximaliseren van winst om te herinvesteren in het uitbreiden van hun productiemiddelen, vaak ten koste van mens en natuur.
1.2 Wat is het socialisme?
Het socialisme is een sociaal en economisch systeem waarin de productiemiddelen in handen zijn van de samenleving als geheel. In een socialistische maatschappij wordt de economie op democratische wijze aangestuurd, in plaats van dat het beheerst wordt door het winstmotief van enkele kapitalisten.
Het socialisme is ook de beweging die zo’n maatschappij wil bereiken.
1.3 Wat is het marxisme?
Het marxisme (ook wel het wetenschappelijke socialisme) is een analysemethode om de samenleving en geschiedenis te begrijpen. De grondleggers van het marxisme zijn Karl Marx en Friedrich Engels. Belangrijke marxistische concepten zijn het dialectisch materialisme, het historisch materialisme en Marx' aanvullingen op de arbeidswaardetheorie, die in de volgende paragrafen toegelicht zijn.
Het marxisme heeft omvangrijke bijdragen geleverd aan vakgebieden zoals onder meer sociologie, economie, stedenbouwkunde en geschiedkunde. Ondanks deze bijdragen is het marxisme een controversieel onderwerp, vanwege de revolutionaire conclusies die het trekt.
Zowel academici als politieke activisten kunnen het marxisme in hun werk toepassen. De meeste marxisten zijn echter van mening dat marxist zijn betekent dat je ook politiek actief bent, zoals duidelijk werd in een bekende quote van Marx:
De filosofen hebben de wereld tot dusver slechts geïnterpreteerd; nu komt het erop aan haar te veranderen.
1.4 Wat is materialisme?
Het materialisme is een filosofische stroming dat stelt dat alle processen gegrond zijn in de materiële werkelijkheid. In deze opvatting zijn alle ervaringen die mensen beleven niets meer of minder dan complexe processen die zich afspelen in het brein. Dit staat in contrast tegen idealistische en spirituele opvattingen van de wereld, waarin menselijke gedachten of “de ziel” los staan van de materiële werkelijkheid.
1.5 Wat is dialectiek?
Dialectiek is een manier van denken waarin je concepten bekijkt aan de hand van hoe ze in relatie staan tot andere concepten. De wisselwerkingen en tegenstellingen tussen concepten bepalen hoe concepten door de tijd heen veranderen.
Sinds de oudheid beschreven denkers zoals Plato en Aristoteles dialectiek al. Hegels beschrijving van dialectiek was populair in de tijd van Marx. Marx verwierp echter het idealistische denken in Hegels dialectiek, en paste in plaats daarvan het dialectisch materialisme toe.
1.6 Wat is dialectisch materialisme?
Marx en Engels verenigden het materialisme en Hegels dialectiek in wat na hun dood dialectisch materialisme zou heten. Deze manier van denken vormde de basis van hun analyses.
Het menselijk brein vindt het fijn om in absoluten, categorieën en lineaire causaliteit (oorzaak-en-gevolg) te denken. Dit komt door de beperkte capaciteit waarmee ons brein de wereld objectief kan beschouwen. Het dialectisch materialisme erkent deze beperking van het menselijke brein. Daarom benadrukt het dat de wereld gezien moet worden als een constant veranderend systeem met onvoorstelbaar veel complexe onderlinge verbindingen en tegenstellingen, die niet simpelweg in een hokje te plaatsen zijn.
Het kip-en-eiprobleem illustreert het verschil tussen het metafysische en het dialectische denken. Metafysica maakt aannames over wat kip en een kippenei is: een kip legt een kippenei, en uit een kippenei komt een kip. Hierdoor ontstaat er een paradox wanneer je je afvraagt wat er als eerst kwam. Dialectisch denken stelt dat de verandering van een ei naar een kip die weer een ei legt een continu proces is. Een dialectisch antwoord op de vraag wat eerst kwam zou dan kunnen zijn: geen van beide, omdat de totstandkoming van kippen en kippeneieren een langzaam evolutionair proces is geweest dat vele miljoenen jaren duurde, waar de definitie van “kip” en “kippenei” een arbitraire doorsnede is van hoe mensen momentele kippen en eieren ervaren.
1.7 Wat is historicisme?
Het historisme is de drang om op zoek te gaan naar de meest basale vormen waarmee een gegeven onderwerp in de geschiedenis bekeken kan worden.
De primaire historische daad van de mensheid is overleven. De geschiedenis van de mens, en het denken van de mens, wordt gevormd door de manier waarop de mens overleefd. Het reduceren van ons begrip van de geschiedenis tot deze meest basale taken is een voorbeeld van historicisme.
1.8 Wat is historisch materialisme?
Het historisch materialisme is de toepassing van het dialectisch materialisme op de geschiedenis met behulp van het historicisme. Het begrijpen van een samenleving door de productiewijze van die samenleving te begrijpen staat hierin centraal.
Een productiewijze beschrijft de manier waarop waren geproduceerd en verdeeld worden, en wat de relatie is tussen werkers en de productiemiddelen. Voorbeelden hiervan zijn de slavenmaatschappij, het feodalisme en het kapitalisme. De productiewijze bepaalt in grote lijnen hoe een samenleving eruit komt te zien, omdat het de manier beschrijft waarop de mensheid overleefd.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de basisstructuur en de superstructuren in een samenleving. De productiewijze vormt, samen met de manier waarop de samenleving zichzelf in stand houdt, de basisstructuur. Deze basisstructuur geeft vorm aan superstructuren zoals cultuur, geloof, wetenschap en politiek. Deze superstructuren beïnvloeden, op dialectische wijze, de basisstructuur. Dit betekent dat hoe mensen, waaronder wijzelf, de werkelijkheid ervaren sterk afhankelijk is van de dominante productiewijze in de samenleving waarin zij opgroeien.
1.9 Wat is de arbeidswaardetheorie?
Marx’ arbeidswaardetheorie stelt dat alle nieuw geproduceerde waarde in een samenleving voortkomt uit menselijke arbeid. Waarde wordt daardoor bepaalt door de hoeveelheid maatschappelijk noodzakelijk arbeidstijd die nodig was om het waar te maken.
Dit staat in contrast tot economische theorieën die stellen dat waarde enkel een functie is van vraag en aanbod. De arbeidswaardetheorie erkent dat vraag en aanbod effect heeft op de prijs van een waar. De waarde waaromheen de prijs fluctueert zal echter herleid kunnen worden naar de gemiddelde hoeveelheid maatschappelijk noodzakelijke arbeid nodig om het waar te produceren.
Arbeid die niet voor de markt bestemd is, zoals huishoudelijk werk, zal wel gebruikswaarde kunnen kennen maar geen (markt)waarde. De arbeidswaardetheorie beschrijft daarmee voornamelijk de vermeerdering van het kapitaal, en is daarom een belangrijk onderdeel voor het begrijpen van klassen en klassenstrijd in het marxisme.
2. Welke klassenstrijd?
2.1 Wat zijn klassen eigenlijk?
Klassen zijn groepen mensen die een gemeenschappelijke relatie hebben tot de productiemiddelen in een samenleving. Welke verhouding een persoon heeft met het productieproces - dus hoeveel controle diegene heeft over het process en over de verdeling van de daaruit geproduceerde waarde - geeft aan in welke klasse diegene zit.
De belangen van een klasse heeft, in het bijzonder op lange termijn, een gigantische impact op de vormgeving van een maatschappij. De reden hiervoor is te vinden in het belangenconflict dat speelt tussen de verschillende klassen - zoals de belangen van slaven en slavenhouders of die van werkende mensen en kapitalisten.
2.2 Wie is de kapitalistische klasse?
De kapitalistische klasse - ook wel de bourgeoisie genoemd (Frans voor burgerij) - is de bezittende klasse onder het kapitalisme. Via juridische middelen, die door de staat gehandhaafd worden, zijn de productiemiddelen het particuliere eigendom van de kapitalistische klasse.
Een kenmerk van kapitalisten is dat zij uitsluitend kunnen leven van het werk dat anderen verrichten met hun productiemiddelen. De geproduceerde waarde kunnen zij toe-eigenen omdat zij eigenaar zijn van de gebruikte productiemiddelen.
2.3 Wie is de werkende klasse?
De werkende klasse - ook wel de arbeidersklasse of het proletariaat genoemd - zijn alle mensen die direct of indirect afhankelijk zijn van loondienst. Zij bezitten zelf geen productiemiddelen en zijn afhankelijk van het dagelijks verhuren van hun werkkracht om aan geld te komen.
Hieronder vallen ook ouderen, kinderen, studenten, werklozen en arbeidsongeschikten: allen die niet kunnen rekenen op het geld van bourgeois familieleden, noch over eigen kapitaal beschikken. Het overgrote leeuwendeel van de mensen valt dus direct of gedeeltelijk onder de werkende klasse. Waaronder ikzelf en, in alle waarschijnlijkheid, jij ook.
2.4 Welke andere klassen zijn er nog?
In 1.6 beschreef ik hoe het dialectisch materialisme benadrukt dat je de werkelijkheid niet kan categoriseren. Dat geldt ook voor het plaatsen van mensen in klassen. Alle klassen zullen een grijs gebied kennen, en sommige mensen zullen lastig in één klassen te plaatsen zijn.
De slager op de hoek kan bijvoorbeeld beschreven worden als kleinburgerij (petite bourgeoisie). Dat is een kleinschalige kapitalist. Het kapitalisme kent echter de tendens om de samenleving steeds sterker te polariseren in twee grote klassen: het proletariaat en de bourgeoisie. Een kleinburger zal uiteindelijk óf eruit geconcurreerd worden door een groter bedrijf, of zelf zo succesvol zijn dat ze dat grotere bedrijf worden. Ondanks alle nuances, kan het belangenconflict op schaal van de samenleving als geheel beschreven worden als het conflict tussen de werkende en de kapitalistische klasse.
2.5 Hoe ontstond de socialistische beweging?
Het socialisme is een natuurlijk gevolg van het belangenconflict tussen de bezittende klassen en de producerende klassen. Niemand heeft het socialisme “bedacht”.
Met de invoer van de eerste landbouw ontstond ook de eerste grote bezittende klasse: de slavenhouders. Het conflict tussen de slaven en de slavenhouders bracht daarmee ook de eerste socialistische beweging, die het particuliere eigendom over slaven wilde afschaffen. In de Europese middeleeuwen bestond dit conflict tussen de lijfeigenen en landheren; in onze tijd tussen de werkende en de kapitalistische klasse.
Deze vorige productiewijzen werden afgeschaft doordat ze zelf de sociale omstandigheden creëerden die tot hun afschaffing leidde. De kapitalistische productiewijze kon zich onder het feodalisme ontwikkelen, tot een punt waarop de bourgeoisie de politieke macht van de feodale monarchieën kon overtreffen. Daarmee heeft het kapitalisme een grote progressieve rol gespeeld in de geschiedenis. Op dezelfde basis voorspelde Marx dat het kapitalisme de mogelijkheid zal creëren voor het ontwikkelen van een sterke socialistische beweging, die uiteindelijk zal leiden tot de invoering van de socialistische productiewijze.
2.6 Is het socialisme een utopisch idee?
Zo lang mensen fantasie hadden, zijn er ideeën geweest over hoe de samenleving verbeterd kon worden. Vele van deze ideeën waren socialistische van aard, omdat ze voortkwamen uit het conflict tussen de bezittende en producerende klassen. Wanneer een beoogde verbetering voortkomt uit een fantasie dan noemen we dat een utopische denkwijze. Marx zag het utopische socialisme als een grote tekortkoming van de socialistische beweging. Daarom bouwde hij, samen met Engels, aan een concretisering van het socialisme dat we nu het marxisme of het wetenschappelijke socialisme noemen.
Het marxisme distantieert zich van de utopie. In plaats van een ideale maatschappij te bedenken analyseert het marxisme maatschappijen uit de geschiedenis en hoe klassentegenstellingen deze samenlevingen vorm gaven. Met deze analyses voorspelt het marxisme hoe gebroken kan worden met het klassenconflict dat de mensheid al millennia plaagt; waarom de moderne arbeidersklasse daartoe in staat is, en hoe een samenleving zonder klassen eruit zou kunnen zien.
2.7 Hoe ziet klassenstrijd eruit?
De invulling van de klassenstrijd verschilt sterk per regio en jaartal. Al is de klassenstrijd een politiek conflict, is de vorm van onderdrukking waar werkende mensen mee te maken krijgen - in het huidige Nederland - voornamelijk economisch van aard.
In vele regio’s van de wereld, voor vele bevolkingsgroepen en in vele periodes van de geschiedenis, werd de aard van deze onderdrukking vaak explicieter in de vorm van geweld, zoals politieke moord, economische embargo’s, vakbondsonderdrukking, staatsgrepen, imperialistisch oorlogsgeweld, terrorisme en genocide.
Wanneer je weigert om je werkkracht te verhuren aan een kapitalist kan dit heftige financiële gevolgen voor jou en de mensen om je heen hebben - zoals honger, mentale en fysieke kwalen, huisuitzetting en algemene armoede. De dreiging hiervan, wat een realiteit is voor vele miljoenen mensen, is een vorm van geweld tegen de werkende klasse.
3. De reactie tegen het socialisme
3.1 Wat is de rol van de staat?
Soms krijgt klassenstrijd een duidelijkere gedaante, zoals bij het kraken van leegstaande panden, woonprotesten, stakingen en werkplaatsbezettingen. De primaire rol van de staat hierin is het representeren van de belangen van de nationale kapitalistische klasse. Met juridische middelen, die gehandhaafd worden door de politie, voorkomt de staat dat de belangen van de kapitalistische klasse geschonden worden. Deze belangen kan een staat ook op internationale schaal projecteren met politieke, economische en militaire dreigingen en beloftes.
Een staat is niet hetzelfde als een regering of overheid. Een regering kan zich verzetten tegen de belangen van de bourgeoisie en kan opkomen voor het proletariaat binnen het kapitalisme. Kabinet-Den Uyl - alhoewel enkel sociaaldemocratisch - is hier een voorbeeld van. Ondanks Den Uyls regering bleef de kapitalistische staat in stand, waarbij de belangen van de kapitalistische klasse weer volop op de voorgrond kwamen na de val van zijn regering (Bouhuijs, 2006).
De staat is de verzameling van alle nationale instituten die het huidige verhoudingen tussen economische klassen in stand houden. De regering kan hier een (belangrijk) onderdeel van zijn (Bouhuijs, 2006).
3.2 Wat is het fascisme?
Het fascisme is een extreemrechtse ideologie, die door kapitalistische staten gebruikt kan worden als tegenreactie op de socialistische of anderzijds progressieve beweging. Fascistische regeringen zijn verantwoordelijk voor één van de meest onmenselijke daden in de recente geschiedenis, waaronder de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, die tientallen miljoenen mensen het leven gekost hebben (Trotsky, 1940).
Het fascisme kan vaak herkent worden aan enkele kenmerken (Marxist Internet Archive, z.d.):
- Extreemrechts - en een afkeer van alles links en progressief;
- Nationalistisch - nadruk op een “trots” op de nationale cultuur en geschiedenis;
- Hiërarchisch - vaak staat één “leider” aan de kop van de beweging;
- Tegen gelijkheid - geloof dat sommige mensen meer rechten hebben dan anderen, op basis van bijvoorbeeld geboorteland, geloof, geaardheid, geslacht of uiterlijk;
- Religieus - geobsedeerd met een “pure” vorm van het geloof en cultuur;
- Kapitalistisch - willen de belangen van het kapitaal verenigingen met dat van de regering via corporatisme;
- Imperialistisch - praten imperialistische acties goed en zijn niet bang voor het gebruik maken van oorlogstaal;
- Anti-wetenschap - geloof in de “wilskracht” van de beweging in plaats van wetenschappelijke feiten;
- Anti-modernisme - het geloof dat de moderne wereld “decadent” is, en dat de wereld naar een fictie toe moet gaan om “puurder” te worden. Deze fictie is vaak gebaseerd op een romantisch beeld van het verleden en/of een religie.
3.3 Wat maakt het fascisme zo gevaarlijk?
Het fascisme is verenigbaar met het kapitalisme omdat het fundamenteel gebaseerd is op de kapitalistische productieverhoudingen. Dat betekent dat, in tegenstelling tot het socialisme, een kapitalistische staat niet een sterke tendens zal kennen om zich te verzetten tegen het fascisme. In plaats daarvan zal het kapitaal zich juist keren tot het fascisme om zijn politieke positie veilig te stellen.
Bewijs hiervoor is te vinden in, bijvoorbeeld, de steun die het Duitse fascisme (Nazisme) kreeg van grote kapitalisten en de kleinburgerij. De gigantische sponsoring die fascistische bewegingen krijgen, kunnen zij gebruiken om hun politieke ideeën snel te verspreiden. Het grootkapitaal en het fascisme werken veelal nauw samen. Zo werd de term “privatiseren” geïntroduceerd om Hitlers beleid te omschrijven in de jaren 1930. (Bel, 2006).
3.4 Bestaat het fascisme vandaag de dag nog?
In paragraaf 3.2 staan typerende kenmerken beschreven van het fascisme. Vele van deze kenmerken zijn te herkennen in, bijvoorbeeld, Forum voor Democratie en a MAGA-beweging in de Verenigde Staten. Om die reden kunnen deze bewegingen als fascistisch beschouwd worden.
Zolang het kapitalisme bestaat zal het fascisme een gevaar blijven, omdat het de “doomsday-knop” is van het kapitaal.
4. Het belang van de werkende mens
4.1 Wat maakt de werkende klasse zo bijzonder?
Het proletariaat is de enige klasse die zowel het belang als de politieke potentie heeft om zichzelf af te schaffen. Waar andere klassen politiek nastreven die hun positie in een klassenmaatschappij versterkt, kan het proletariaat zijn bevrijding enkel bereiken door de productiemiddelen eigendom te maken van de hele samenleving. Met deze actie schaft het proletariaat zichzelf, en de kapitalistische klasse, af.
Onder het kapitalisme is het proletariaat gegroeid tot de grootste klasse ter wereld. Gecombineerd met de sociale omstandigheden die het kapitalisme maakt, zoals het samenbrengen van werkende mensen op werkplaatsen en in steden, heeft het proletariaat aanzienlijke politieke potentie. Het proletariaat is daarmee de klasse die verantwoordelijk zal zijn om een einde te maken aan het kapitalisme.
4.2 Waarom is het socialisme internationaal?
Moderne economieën en productielijnen overstijgen landsgrenzen en oceanen. In de alledaagse waren die wij gebruiken zit arbeid verwerkt van mensen over de hele wereld: mijnwerkers in Chili, havenarbeiders in Singapore, fabrieksmedewerkers in China en vrachtwagenchauffeurs in Nederland. Ongeacht de taal, religie en cultuur van deze werkers zijn hun fundamentele belangen hetzelfde: hun emancipatie via de afschaffing van het kapitalisme en de invoering van het socialisme.
Omdat het kapitalisme een internationaal systeem is, is het socialisme een internationale beweging.
4.3 Waarom is sociale rechtvaardigheid zo belangrijk?
Het socialisme is de beweging voor de emancipatie van de hele werkende klasse. De werkende klasse is pas vrij wanneer de hele werkende klasse vrij is. Bepaalde segmenten van onze klasse kennen zwaardere onderdrukking dan anderen, zoals:
- vrouwen;
- de LHBT+-gemeenschappen;
- mensen met fysieke of mentale beperkingen;
- mensen die kampen met psychologische klachten; en
- mensen met een andere etniciteit, cultuur, geloof of taal dan die van de nationale bourgeoisie.
Vaak is de onderdrukking waar deze segmenten mee te maken hebben een sterkere vorm van het economische geweld dat wij allemaal kennen. Zo zullen mensen binnen deze segmenten moeilijker aan een baan of woning kunnen komen, of zullen zij hogere kosten van levensonderhoud kennen.
4.4 Waarom is het klimaat zo belangrijk?
Het is in het belang van de overgrote meerderheid van de mensheid om ecologische verwoesting, hongersnood en oorlogen te voorkomen. De klimaatcrisis zal schaarste en vernieling met zich mee brengen, dat zal leiden tot conflicten, massamigraties, humanitaire crises en etnische spanningen. Vanwege de fundamentele tendens van het kapitaal om vaak op korte termijn winst te maximaliseren, is het kapitalisme niet in staat om effectief de klimaatcrisis aan te pakken.
De mensen met weinig geld zullen hierdoor het hardste getroffen worden, terwijl het grootkapitaal dat nú in staat is om actie tegen deze toekomstige crises te ondernemen toevlucht zal kunnen vinden in hun fortuin. Daarom is het van het uiterste belang dat de socialistische beweging zich inzet voor grootschalige klimaatactie.
5. Een socialistische wereld
5.1 Wat is het communisme?
Het communisme is een maatschappijvorm zonder klassen, zonder staat en zonder geld. Mensen zullen goederen nemen op basis van hun behoefte, en werk leveren op basis van hun kunde. Dit zal mogelijk zijn door de overvloed aan goederen die zal bestaan in een toekomstige hoog economisch en technologisch ontwikkelde communistische productiewijze.
Het communisme is ook de beweging die zo’n maatschappij wil realiseren. De communistische beweging is daarmee een onderdeel van de socialistische beweging, en onderscheidt zich enkel door de principiële wetenschappelijk socialistische posities die het inneemt. De communistische beweging kan je dus zien als de wetenschappelijke socialistische beweging.
Afhankelijk van de specifieke beweging en situatie zal een communistische organisatie meer of minder nadruk op parlementaire politiek kunnen leggen.
5.2 Hoe ziet een samenleving zonder klassen eruit?
De emancipatie van de werkende klasse impliceert de afschaffing van alle klassen. Hierin leven mensen met elkaar in een samenleving die geen klassentegenstellingen kent, waardoor conflicten tussen groepen en staten vervangen worden door vreedzame associatie. De culturele, religieuze en etnische verschillen zullen hierdoor langzaam irrelevant worden. Alle mensen - van alle geslachten, seksuele oriëntaties, etniciteiten en culturen - zullen economisch gelijk staan aan elkaar, waarmee de sociale rechtvaardigheid gigantische sprongen vooruit maakt.
5.3 Wat is de dictatuur van het proletariaat?
De proletarische dictatuur is een maatschappijvorm tussen het kapitalisme en het communisme in, waarin de staat in handen is van de werkende klasse. Vele wetenschappelijk socialistische opvattingen stellen dat een periode van sociale en economische ontwikkeling nodig is om van het kapitalisme over te gaan tot het communisme. Zelfverklaarde communistische staten gebruikten de term “socialisme” om deze fase te omschrijven, en stelde dat zij deze zelf aan het doorlopen waren.
De term “dictatuur” had in Marx’ tijd geen negatieve connotatie zoals nu. Hij gebruikte het opzettelijk om contrast te schetsen met de “dictatuur van de bourgeoisie”, waarin de staat in handen is van het kapitaal. Zo kan men onder sommige dictaturen van de bourgeoisie relatief veel politieke vrijheid ervaren, zoals in het huidige Nederland. Om die reden wordt de alternatieve term “proletarische democratie” soms gebruikt.
5.4 Wat is het anarchisme?
Het anarchisme is een socialistische beweging die een communistische maatschappij wil bereiken door de directe en definitieve afschaffing van de staat. Het onderscheidt zich van de communistische beweging door het idee van een proletarische staat af te wijzen. In plaats daarvan wil het naar een samenleving gebaseerd op decentralisatie en wederzijdse hulp. Anarchistische bewegingen zijn meestal utopischer en idealistischer dan communistische bewegingen. In tegenstelling tot andere socialistische bewegingen verwerpt het anarchisme in alle gevallen parlementaire politiek.
5.5 Wat betekent de afschaffing van particuliere eigendom?
De particuliere eigendom verwijst naar het idee dat productiemiddelen in een samenleving eigendom van een persoon kunnen zijn. Door de particuliere eigendom af te schaffen - en de productiemiddelen onder democratische controle te brengen - breng je een einde aan de grootste tegenstellingen binnen een samenleving: die tussen de producerende en bezittende klassen.
De particuliere eigendom is niet te verwarren met het persoonlijk bezit. Het afschaffen van het persoonlijk bezit, zoals je eigen tandenborstel mogen hebben, wordt zelden voorgesteld door socialistische bewegingen.
5.6 Waarom is een planeconomie gewild?
Een markt werkt op basis van het winstmotief. De besluiten die bedrijven hierin maken zijn zelden rationeel vanuit een humanitair perspectief. Integendeel, een markt zal verspilling van waren, verontreiniging van de natuur en ongezonde werkomstandigheden promoveren; zo lang het maar winstgevend is.
Terwijl firma’s op een markt in een chaotische jungle van consumenten en producenten hun winst proberen te maximaliseren, verloopt de verdeling van middelen binnen een firma zeer planmatig en gericht. Wanneer de productiemiddelen door een samenleving als geheel beheerst worden, zal een samenleving de economie op eenzelfde manier planmatig en gericht kunnen sturen.
Via zulke sturing, op basis van de belangen van de samenleving als geheel, zal de economie ingericht kunnen worden om levenskwaliteit, vrije tijd, en gezondheid te maximaliseren in plaats van de winst. Wanneer de mensheid zelf sturing geeft aan de economie zullen we definitief breken met de darwinistische overlevingsstrijd, en gaan we een tijdperk tegemoet van ongekende beheersing over onze eigen samenleving.
5.7 Kan het socialisme vreedzaam bereikt worden?
Het is natuurlijk wenselijk dat vreedzame overgang naar het socialisme bereikt zal worden. Tegelijkertijd moet erkent worden dat alle grote sociale vooruitgangen in de geschiedenis het resultaat zijn geweest van jarenlang gewelddadig conflict tussen tegengestelde belangen.
Talloze voorbeelden zijn te vinden in de geschiedenis waarin vreedzame en democratische bewegingen met geweld neergeslagen werden door hun eigen staat of imperialistische machten. Daarbovenop bestaat er het constante geweld dat kapitalistische staten toepassen op hun eigen bevolking en de natuur. Een gevolg hiervan is dat mensen, in vele delen van de wereld, genoodzaakt worden om zichzelf en hun familie te beschermen. Revolutionair geweld is ver van relevant in het huidige Nederland. Alhoewel de Nederlandse staat soms met buitengewoon veel geweld optreedt, zoals bij woonprotesten (Woonopstand, 2021), staat het politieke liberalisme toe dat de arbeidersbeweging in Nederland zijn positie via activistische en parlementaire wegen aanzienlijk kan versterken. Voorspellingen maken over hoe de situatie eruit zal zien op een arbitrair moment in de toekomst blijft echter onmogelijk.
5.8 Hoe kan een land geen staat hebben?
De staat is de verzameling van alle instituten in een samenleving die de huidige relaties tussen klassen in stand houdt. Door het particuliere eigendom, en daarmee klassen an sich, af te schaffen, vervalt de rol van de staat. Mensen zullen in zo’n samenleving samenwerken op vrijwillige basis, in plaats van via economische en sociale dwang zoals dat verloopt in kapitalistische staten.
Er kunnen nog altijd instituten aanwezig zijn die de taak hebben om grootschalige maatschappelijke projecten te coördineren. De rol van deze instituten is echter aanzienlijk anders dan het in stand houden van economische klassen.
5.9 Hoe kan een economie werken zonder geld?
Paragraaf 1.1 beschreef hoe in het kapitalisme de rol van geld investeringsmogelijkheden biedt: G-W-G' . In het socialisme zal de rol van geld zich kunnen beperken tot het aanschaffen van waren voor persoonlijke consumptie of voor kleinschalige uitwisseling. Marx gebruikte hiervoor de formule W-G-W (waar - geld - waar). Om de economie aan te sturen kan gebruik gemaakt worden van het in natura-model, dat met inputs en outputs van productieprocessen werkt in plaats van met geld. Het Sovjet-model gebruikte dit historisch gezien (Lewin, 2016). Een alternatieve oplossing wordt voorgedragen door de marxistische econoom Paul Cockshott, die voorstander is van niet-uitwisselbare arbeidscertificaten om de rol van geld onder een socialistische planeconomie te vervangen (Cockshott & Cortell, 1993).
In een hoog ontwikkelde communistische samenleving zou er door technologische en economische vooruitgang zo’n overvloed zijn aan waren dat ieder in staat zal zijn om vrij te nemen naar behoefte, zonder verplicht te worden hun werkkracht in te leveren in ruil voor geld of arbeidscertificaten. Door de hoeveelheid vrije tijd die mensen in zo’n samenleving hebben, zal kunst, cultuur en wetenschap een tijdperk van ongekende bloei ervaren.
5.10 Waarom het nú het moment is om te strijden voor het socialisme
Het kapitalisme heeft de mensheid op internationale schaal weten te organiseren in één groot economisch systeem. De technologische vooruitgang die de industrialisering met zich meebracht heeft de mensheid ook in staat gebracht om zijn eigen samenleving te vertietigen - met kernwapens en klimaatcrises. Ook heeft het mensen samengebracht - zowel in steden als op het internet. De wil en redelijkheid bestaat er om de nutteloze conflicten in onze samenleving voor goed aan te pakken - en voor het eerst in de geschiedenis is dit nu een reële mogelijkheid geworden.
Werkers in landen die deel uitmaken van de imperialistische kern ervaren zowel meer politieke vrijheid als meer politieke slagkracht op mondiaal niveau dan werkers in ontwikkelingslanden. Door ons in te zetten voor het socialisme kunnen we onze eigen belangen, en de belangen van mogelijk ontelbare miljarden toekomstige generaties, behartigen.
De grootste successen die de mensheid zal bereiken, kunnen nog in onze toekomst liggen. Het is aan ons, de werkende klasse van de 21e eeuw, om te bepalen of de mensheid verenigt deze successen behaalt, of niet. Dus werkers van alle landen, verenig je!
Bronnen
- Bel, G. (2006). Against the Mainstream: Nazi Privatization in 1930s Germany.
- Bouhuijs, B. (2006). De gefragmenteerde staat.
- Cockshott, P. & Cortell, A. (1993). Towards a New Socialism.
- Engels, F. (1847). Beginselen van het communisme. https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1847/1847beginselen.htm
- Engels, F. & Marx, K. (1846). De Duitse ideologie. https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1845/duitse_ideologie/index.htm
- Engels, F. (1880). De ontwikkeling van het socialisme van utopie tot wetenschap. https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1880/utopie/index.htm
- Fischer, M. (2009). Capitalist Realism: Is There No Alternative?
- Lenin, V.L. (1908). Materialisme en empiriokriticisme. https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1908/mat/index.htm
- Lewin, M. (2016). The Soviet Century.
- Marxists Internet Archive (z.d.). Encyclopedia of Marxism: Fascism https://www.marxists.org/glossary/terms/f/a.htm
- Trotsky, L. (1940). Fascisme, wat het is en hoe het te bestrijden. https://www.marxists.org/nederlands/trotski/1944/1944fascisme.htm
- Woonopstand, (2021). Zwartboek Politiegeweld. https://woonopstand.nl/zwartboek
De banner is met Stable Diffusion gegenereerd.