1 november 2024
ROODDit artikel is een ingezonden opiniestuk. De opvattingen zijn daarmee geen officiële standpunten van ROOD en sluiten niet noodzakelijkerwijs aan op de meningen van al onze leden. Leden kunnen opiniestukken indienen door een conceptversie te sturen naar de redactie via redactie@roodjongeren.nl.
Introductie
Dit is de presentatietekst van de educatieve sessie op de anti-NAVO campagnelanceringsdag. Het is geschreven door twee bestuursleden en kan gelezen en besproken worden als achtergrondkennis voor de campagne.
Het bekritiseren en bespreken van de NAVO is langzamerhand taboe geworden in gevestigd links Nederland. Ondanks dat het nog steeds het militaire bondgenootschap is vanuit Amerikaans kapitaal, vervalt het naar de achtergrond of wordt de functie ervan a-politiek gemaakt. Het wordt in één zin genoemd met de andere neoliberale internationale allianties zoals de Verenigde Naties en de Wereldbank, die zich beroepen op het verspreiden van ‘’veiligheid’’ en ‘’democratie’’. De focus terugleggen op de NAVO voelt daarom misschien ouderwets en als iets van de vorige eeuw. Het wordt desondanks steeds relevanter om deze kritische discussie opnieuw op te laten laaien. Vooral in het licht van toenemende oorlogshitserij in de media en de pogingen van ‘’defensie’’ om draagvlak te creëren voor militarisering.
De huidige rol van de NAVO valt alleen te begrijpen uit historische context. Onder het mom van verschillende soorten legitimiteit heeft de NAVO de afgelopen 75 jaar kunnen opereren. Enerzijds is het ten allen tijde het militaire apparaat dat waar nodig invalt om westers kapitaal te beschermen en anderzijds wordt er een constant strijd gevoerd voor het bestaansrecht van de NAVO. De NAVO belichaamt nu de militaire infrastructuur van het westers imperialistische project. Op verschillende grondgebieden van de NAVO-lidstaten zijn deze wezenlijk te vinden en is er een erfenis van atoomwapens, arsenalen en militaire basissen. Het pretendeert een "defensieorganisatie’’ te zijn en beroept zich daarom constant op een externe tegenstander. Dit is nodig voor de politieke legitimiteit van de NAVO en deze ontwikkelt zich, niet toevallig, net waar het westers kapitaal uitkomt.
De eis om terug te trekken uit de NAVO is een principiële zaak voor communisten, die wezenlijk willen breken met internationale onderdrukking. Onze taak is om ten alle tijden ons te behoeden van het vervallen in oorlogsretoriek, en men te herinneren aan wat de motor is van de oorlogsmachine. Een leerzame les kan getrokken worden uit de tweede internationale en wat onze rol zal zijn in dit inter-imperialistische conflict tussen het Westen en Rusland. We zullen ons niet beroepen op het idee van ‘’beschaving’’, wat zogenaamd bij het westen zou horen met hun ‘’progressieve democratie’’ ten opzichte van het autoritaire Rusland. Dit zijn twee concurrerende kapitalistische visies, die zich beide schuldig gaan bevinden in het afslachten van de mensheid voor de winst van een paar renteniers. De Europese werkende klasse kan niet dealen met Putin, dat moeten de Russische werkers doen. Onze taak is de strijd met onze eigen kapitalisten aangaan en daarmee is de eerste eis om te stellen dat Nederland de NAVO verlaat.
De NAVO is er niet voor ons
De NAVO is opgericht in 1949, met een duidelijke functie in het naoorlogse landschap van Europa. Het continent lag namelijk open voor een nieuwe ronde aan kapitaaluitbreiding en deze strijd om Europees grondgebied had een militair instrument nodig. Een bekende uitspraak van de eerste secretaris-generaal was ´To keep the Russians out, the Americans in and the Germans down’. Deze ‘’containment-politiek’’ bood de financiële context om Amerikaans kapitaal te exporteren naar Europa. Dit, vaak geformuleerd als hulp bij de wederopbouw van Europa, versterkte de Amerikaanse kapitalistische klasse.
Deze context is belangrijk om te begrijpen waarom er zoiets als de NAVO ontwikkelt. Imperialisme, in de marxistische zin, geeft deze en zal dus als leidraad door deze tekst voorkomen. Bukharin schrijft in zijn boek ‘’imperialism and the world economy’’ over hoe imperialistische projecten worden voortgestuwd door de belangen van de kapitalistische klasse. Waarbij zij zich beroepen op nationalistische ideeën van het vaderland, essentiële verschillen tussen etnische groepen en andere psychologische factoren.
De historische categorie van het ‘’imperialisme’’ betekent een bepaald stadium van de wereldeconomie. Het is het punt waarop kapitaal zich gaat organiseren in internationale machtsblokken. Het is ook het moment waarop financieel kapitaal zich heeft ontwikkeld en een degelijke invloed krijgt op het economische systeem. Deze kapitalistische wereldeconomie veroorzaakt een interrelatie van klassen, waarbij er een hiërarchie kan worden onderscheiden tussen staten en hun economische relaties. Dit onderscheid kan worden gezien door de verschillende productieverhoudingen die staten hebben, ten opzichte van de imperialistische kern. Elk economisch systeem heeft hierbij een uitwisseling, waarbij ze elk op eigen risico produceren. Doordat geen enkel systeem in staat is zich aan te passen aan de omvang van de sociale vraag en aan de productie die zich in andere individuele economieën bevinden, roept dit een oorlog van kapitalistische concurrentie op.
De opbouw van deze productierelaties begint bij de concentratie en centralisatie van kapitaal. Dit zijn de twee belangrijkste kenmerken van kapitalistische ontwikkeling. De eerste is zeer afhankelijk van kapitaalaccumulatie en bijna identiek daarmee. Elk kapitalist staat hier voor een concentratie aan productiemiddelen met de bijbehorende arbeidskracht. Concentratie is hierbij dat kapitaal zich vermenigvuldigt door de uitbuiting van arbeid, waarbij kapitalisten die deze concentratie hebben, relatief tot de rest van de maatschappij, ook steeds meer kapitaal opbouwen. Het punt hier is het uitgroeien van deze concentratie per individuele kapitalist, waarbij er op een gegeven moment wordt gebroken met hun onafhankelijkheid. Dit laatste proces heet centralisatie en is het samenvoegen van verschillende kapitaal-eenheden.
Wij zijn nu onderweg, met deze condities, naar het ontwikkelen van imperialisme. Concentratie en centralisatie van kapitaal gaan door verschillende stadia van ontwikkeling, waarbij ze ook elkaar beïnvloeden. Centralisatie neemt competitie weg bij individuele kapitaal eenheden, zodat ze niet meteen failliet gaan en zich blijven concentreren en voegen naar het grotere geheel. Deze vennootschappen, zoals ze genoemd worden, gaven de mogelijkheid om kapitaal van verschillende kapitalisten te oriënteren. Dit zorgde voor een radicale ondermijning van het individuele bezit van kapitaal en creëerde de monopolistische organisaties van ondernemers. Hieruit ontstond ook het concept van aandelen en ‘’joint stock companies’’, waarbij financieel kapitaal een grip kreeg op de gehele nationale economie. Het financiële kapitaal wat hier ontstaat, combineert industrie en het bankwezen onder een gehele nationale productie. De nationale economie en de natiestaat wordt hierbij als het ware een gigantisch bedrijf dat zich moet gaan concurreren met andere natiestaten. Dit is een simplistische beeldspraak maar biedt misschien een uitleg van de schaal waarop geopereerd wordt. Imperialisme betekent kortom dus dat kapitaal wordt geëxporteerd als verdere mogelijkheid voor accumulatie en concentratie. Deze ontwikkeling wordt voortgestuwd door de onvermijdelijke dalende winstvoet. Een dalende winstvoet ontstaat zodra kapitaal het niet meer voor elkaar krijgt genoeg relatieve meerwaarde af te nemen. Deze meerwaarde is ter herinnering?
De interrelaties van klassen en de hiërarchie tussen staten en hun economische relaties, zoals voorheen besproken, worden op die manier vormgegeven. Imperialisme kan zo de oplossing creëren voor de de-evaluatie van kapitaal in het thuisland en dit gebeurt op meerdere manieren. Kapitaal vindt bijvoorbeeld in andere gebieden goedkopere productiekosten, controle over rauwe materialen/hulpbronnen en andere oplossingen.
Tot slot kan centralisatie van kapitaal zich op verschillende manieren bewegen. Dit wordt bepaald door de economische structuur die het land of gebied heeft ten opzichte van het imperialistische blok. Denk bij horizontale centralisatie aan het absorberen van staten in andere staten met dezelfde economische structuur. Bij verticaal, aan het absorberen van kapitaal eenheden met een andere economische structuur. De begrippen ondergeschikte, semi-koloniale en koloniale staten worden vaak gebruikt om deze verhoudingen te omschrijven.
Stop de oorlogsmachine
Bukharin stelt, dat het definiëren van oorlog aan de hand van "verovering" een reductie van de specifieke rol is die het heeft in het reproduceren van productie relaties. De noodzaak van oorlog en geweld wordt verhelderd als we deze langzaamaan terug traceren met imperialistische theorie. De NAVO kan hierdoor worden blootgelegd als militair instrument, waarbij er in tijden van kapitaal crisis op terug kan worden gevallen. De alliantie zorgt ervoor dat landen deze middelen opschalen en inzetten in samenspraak met wanneer westers kapitaal bedreigd wordt. Onder lidmaatschap van de NAVO betekent dit een verplichting rondom oorlogsuitgaven, opschaling en militarisering. Op welk tempo dit zich voltrekt, komt voort uit de koppeling van de staat en de industrie en de voorheen besproken begrippen van concentratie en centralisatie.
Er zijn een paar manieren waarop de centralisatie van kapitaal zich verder kan ontwikkelen. Historisch gezien begon deze strijd zich in het vinden van ‘’nieuw’’ land dat zich nog niet in de kapitalistische hegemonie bevond. Daarna begon de herverdeling van deze koloniën en uiteindelijk begon er ook een interne kolonisatie van het ‘’thuisland’’. De ontwikkeling hier voltrekt zich ook aan de hand van het absorberen van de zwakste kapitaal-eenheden. De mogelijkheid voor het exporteren van kapitaal naar compleet ‘’nieuw’’ land bestaat tegenwoordig niet meer. Daarom moet kapitaal zich beroepen op andere mogelijkheden om zichzelf te reproduceren en een crisis te vermijden.
Oorlog lost de crisis van kapitaal drievoudig op. Ten eerste probeert de staat deze crisis uit te stellen. Deze crisis komt dus voort uit de afnemende winstvoet, omdat het afgenomen relatieve surplus niet meer genoeg is om kapitaal te reproduceren. Kort door de bocht, de ratio kapitaal/arbeid wordt te duur, en door alle dure machines draaien ze verlies. Hierdoor gaan bedrijven failliet die essentieel zijn voor de economie. Deze crisis kan kapitaal/de staat uitstellen door bedrijven artificieel winst te laten draaien, door surplus her te verdelen onder verschillende kapitalisten. Dit legt Marx uit in het Kapitaal volume I en III (en misschien ook in twee maar die heb ik nooit gelezen). De staat wil het kapitalisme dus gaan plannen, zoals in een oorlogseconomie.
Ten tweede lost het de crisis van kapitaal op doordat kapitaal hogere rentes gaat zoeken in het buitenland. Kapitaal zoekt plekken waar ze minder kapitaal hoeft te investeren per eenheid arbeid, om zo meer surplus per eenheid die ze investeert te verkrijgen. Als de markten waar nationaal kapitaal echter toegang toe heeft verzadigd zijn, zal ze moeten investeren in markten waar andere kapitalisten uit andere landen ook willen investeren. Zoals we eerder hebben uitgelegd, vormen kapitaal blokken en naties, deze blokken en naties komen hierin tot conflict en proberen elkaar met machtsspellen uit deze potentiële plekken te drijven.
Als derde lost oorlog de crisis van kapitaal op door kapitaal te vernietigen. Het andere machtsblok dwingt kapitaal om te blijven investeren in haar eigen concentratie, omdat het anders niet meer competitief is. Dit verergert de kapitaal/arbeid-ratio zoals hiervoor besproken. Als dat andere machtsblok geen kapitaal meer heeft, je hebt het platgebombardeerd, zit deze waarde niet meer vast in het andere land, maar kan je het zelf opbouwen. Daarnaast, als de concentratie van kapitaal lager is in het overwonnen land, doordat je in een land al het bestaande kapitaal hebt platgebombardeerd, is de concentratie van kapitaal per eenheid arbeid ook lager. Het relatieve surplus is daardoor hoger. Als je je oorlog wint komen er dus nieuwe investeringsplekken vrij, namelijk in het land dat je zojuist hebt verslagen. En dit zijn voor kapitaal ook de meest rendabele plekken voor investering. Het overwinnende kapitaal is áltijd de “early bird” die weinig kapitaal hoeft te investeren voor veel winst, en kan zo zichzelf in stand houden. Zoals eerder besproken leidt dit exporteren van kapitaal tot het opbouwen van nieuwe onafhankelijke macht op deze plek. De cyclus is dus nooit klaar maar zet zichzelf voort.
We zien dit uitspelen in Oekraïne nu. Oekraïne zat voorheen in de invloedssfeer van Rusland en Russisch kapitaal, vaak via Amerikaanse financiële instituties en in samenwerking met Oekraïens kapitaal, buitte Oekraïense arbeiders uit. Russisch kapitaal houdt echter de touwtjes strak, en laat de Oekraïense bevolking en kapitaal weinig vrijheid om als onafhankelijke macht op te bouwen. Er is voor Oekraïens kapitaal echter weinig alternatief. Langzaamaan wendt westers kapitaal zich tot nationalistische krachten in Oekraïne, die dus een eigen onafhankelijk kapitaal op willen bouwen. Van een positie waarin ze tegen Rusland belooft niet te veel te investeren in Oost-Europa draait ze naar het toenemen van investeringen daar, en het bemoeilijken van Russische investeringen via Amerikaanse instituties.
Voor stedelijk kapitaal en delen van de bevolking van Oekraïne biedt het westen een betere deal dan Russisch: wat volgt is de Maidancoup. De oosters gezinde overheid wordt voor een westers gezinde vervangen. Het politieke bestel wordt zo aangepast om de macht van westers gezinde partijen veilig te stellen, Russisch wordt bijvoorbeeld niet meer erkend als taal. Verdragen met Rusland worden opgeschort en economische verdragen met het westen uitgebreid. Na dit alles wordt het doel al snel duidelijk: Russisch kapitaal wordt geweerd en uitgestoten en Amerikaans kapitaal stroomt het land binnen. Gezien de Maidancoup de functie van Russische relaties met Amerika verpest heeft: Rusland kan immers geen kapitaal meer exporteren naar Oekraïne via Amerikaanse financiële instituties, gaat ze over op het inlijven van de Krim om zo veel mogelijk van haar kapitaal te redden. Om een crisis intern te voorkomen begint Russisch kapitaal zich onafhankelijk van Amerikaans kapitaal planmatig vorm te geven. Ze bouwt haar eigen financiële instituties op, en begint kapitaal te exporteren naar o.a. Iran. Helaas voor Rusland komt ze als onafhankelijke imperialistische macht erg laat aan op het feestje: alles is al verdeeld.
Dit valt samen met het feit dat het behoud van de economie op de Krim onhoudbaar is: er is geen landbrug tussen de Krim en de rest van Rusland. Om haar interne economie te redden van crisis die onvermijdelijk leidt tot het moeten verkopen van kapitaal en macht aan de Amerikanen of Chinezen en haar investeringen in de Krim te beschermen, gaat Rusland over op het met geweld uitzetten van Amerikaans kapitaal in Oekraïne en een landbrug creëren tussen de Krim en Rusland. Dit is ook te zien aan de aanvalsplannen die, naast de Russisch sympathieke grensgebieden, ook de Oekraïens sprekende gebieden ten noorden van de krim aanvielen, terwijl dit ideologisch geen functie had.
We zien hier dat de empirische realiteit de abstractie altijd complexer maakt. De geografie en de specificaties van het volk maken uit, zowel in de basis als de superstructuur. Het opbouwen van alternatieve aan een specifiek imperialisme sympathieke instituties speelt zich af over de taalstrijd in Oekraïne, waardoor het westen gemakkelijk de Oekraïens sprekende steden behoudt en Rusland de Russisch sprekende grensgebieden. De geografie van de Krim dwingt het behoud van een landbrug voor Russisch kapitaal af.
Waarom we Rusland niet moeten steunen in dit conflict is overduidelijk: ze voeren een directe oorlog om Oekraïens kapitaal te vernietigen en zo efficiënt mogelijk de Oekraïense arbeider uit te buiten. Maar ook de NAVO-krachten kunnen we niet steunen. De kern van de functie die Amerika, en dus ook Nederland zo lang we bij de NAVO zitten, ziet voor Oekraïne in dit conflict: het vernietigen van kapitaal in Rusland en Rusland afdwingen van onafhankelijke imperialistische macht tot semi-kolonie van het westen te degraderen. Zo kan ze vrolijk kapitaal blijven exporteren naar Oost-Europa, maar ook kapitaal gaan exporteren naar Rusland. Ook de NAVO stuurt wapens naar Oekraïne om Oekraïense en Russische arbeiders uit te buiten. Het steunen van de NAVO in zulke conflicten is dus verraad van de belangen van de internationale arbeidersklasse.
Geen mensenrechten en democratie, maar totale verwoesting Om draagvlak te creëren voor deze imperialistische oorlog, wordt er expliciet een beroep gedaan door de NAVO op de bescherming van onze democratie. De werkende klasse wordt op die manier gekoppeld aan de nationale economie en gedwongen deze te allen tijde te verdedigen. Dit ‘’chauvinisme’’ zie je al veel voorbij komen in gevestigde media, waar er een onvermijdelijke confrontatie moet komen met Rusland als barbaars en agressief land. Dit is iets waar de NAVO ten alle tijden aan moet werken, een bepaalde politieke legitimiteit in ogen van de werkende klasse. Het verhaal was, tot aan de val van de muur, het hebben van een stabiel machtsblok ten opzichte van de Sovjet-Unie. Hier werd ook teruggekoppeld naar het zijn van ‘’defensieorganisatie’’ om een bepaalde veiligheid te kunnen waarborgen.
Als we de NAVO ontdoen van haar humanistische en altruïstische retoriek en koppelen aan een imperialistische analyse, komen de echte bestaansredenen aan het licht. De interventies en invallen faciliteren expliciet de mogelijkheden voor kapitaalexport en -vernietiging. Er zijn hier vele voorbeelden van, maar één die opvalt is de interventie in Libië. Hierbij was de NAVO verantwoordelijk voor het vrijstellen van het luchtruim wat resulteerde in de moord van Kadaffi en het ontbinden van het Libische regime.
De aanleiding hiervoor is te vinden in de dreiging die het land stelde voor de westerse imperialistische belangen. Vanaf de jaren 60 industrialiseerde het land zich en werd de economie getransformeerd rondom de olievelden. Er ontstond een werkende klasse die zich hierop vestigden en bouwden aan de infrastructuur van het boren en vervoeren van de olie. Het jaar 1967 was, door de inval van Israël in Egypte, het startsein voor een opstand tegen Amerikaanse en Britse bedrijven. Studenten en werkenden vernietigden hierbij eigendom en infrastructuur door onvrede over de Amerikaanse medeplichtigheid van de Israelische inval. De toon werd gezet en er ontstond een revolutionaire beweging die dermate steeds ingrijpendere politieke eisen doorvoerde, ten nadele van westers kapitaal. Deze beweging werd mede geïnspireerd door het pan-Arabisme en het Egypte onder Nasser.
De Libische economie heeft vele pogingen gedaan om zich te ontdoen van de afhankelijkheid van de oliesector. De grootste delen van deze olie-export kwamen terecht bij Europese landen die, door de sancties op Libië, zonder al te veel competitie deze olie verkregen. Na het verzwakken van deze sancties ontstond er een heftige competitie met westerse oliebedrijven. Een proces van pogingen om Libië te laten liberaliseren werd in gang gezet, zodat deze westerse bedrijven grip konden krijgen op deze industrie en tegelijkertijd Chinese investeringen konden mijden. Het regime van Kadhafi voerde de benodigde reformistische privatisering in, onder toeziend oog van het IMF. Tussen het jaar 2000 en 2007 vestigden 40 westerse oliebedrijven zich in Libië, waaronder British Petroleum. Ondanks deze ontwikkelingen werd de spanning verder opgevoerd. De liberalisering van het land verliep niet snel genoeg en rond 2009 werden de contracten herzien met de westerse oliebedrijven. De verdere poging om de economie uit te breiden buiten de oliesector wekte ook achterdocht op. De neoliberale tendensen in de regering waren in de minderheid en het westen zag Kadhafi als een obstakel.
Een lange politieke strijd werd gevoerd met een climax naar de ingreep van de NAVO. De al broeiende burgeroorlog werd gekatalyseerd door deze interventie. De NAVO claimde succesvol te hebben bijgedragen aan het neerhalen van een dictatoriaal regime. De situatie werd desondanks erger en het land stortte in economische en politieke chaos. Wat er nu voltrekt is een complete ironie ten opzichte van de humanitaire betrekkingen waar de NAVO naar zou gehandeld hebben. Het land is in de greep van slavenhandel en individuele groepen zoals ISIS bepalen nu het politieke toneel. Een tekenende uitspraak van een NAVO-officier in het licht van deze interventie is “It was a very successful military intervention.” The only small problem, as he puts it is that “the UN did not follow up politically.”
Bronnen
Nikolai Bukharin - Imperialism and World Economy (kaderscholing) Rosa Luxemburg - The crisis of German social democracy Mike Macnair - Imperialism and the state Als de NAVO de passie preekt Pablo, M. (n.d.). Pablo: The Marshall Plan 1 (1948). https://www.marxists.org/archive/pablo/1948/03/marshall1.htm Bearman, J. (n.d.). Jon Bearman: Libya – the development of the Qadhafi [Gaddafi] regime (Summer 1984). https://www.marxists.org/history/etol/newspape/isj2/1984/isj2-024/bearman.html Pradella, L., & Rad, S. T. (2017). Libya and Europe: imperialism, crisis and migration. Third World Quarterly, 38(11), 2411–2427. https://doi.org/10.1080/01436597.2017.1350819